Veel peuters hebben een fantasievriendje waar ze mee spelen en spannende dingen mee beleven. Hoe ga je daarmee om?
Sociaal en creatief
Als je kind een jaar of drie is, kan het zomaar ineens een fantasievriendje bedenken. Je kind moet een bepaalde woordenschat hebben om met en over hem of haar te praten. Vooral oudste en enig kinderen hebben vaak behoefte aan een fantasievriendje. Je kind verzint het niet omdat het buitenshuis geen echte vriendjes heeft, maar is waarschijnlijk juist sociaal ingesteld en ook in andere opzichten creatief. Bij het karakter van het fantasievriendje gebruikt je kind dingen die hij of zij heeft gehoord. Fantasievriendjes verdwijnen vanzelf als ze niet meer nodig zijn, vaak rond een jaar of zeven.
Waarom een fantasievriendje?
Een fantasievriendje kan voor je kind een veilige manier zijn om de wereld om zich heen te ontdekken. Een fantasievriendje begrijpt dingen beter, durft meer, helpt bij de ontwikkeling van het geweten en geeft je kind een goed gevoel over zichzelf. Als peuters hun fantasievriendje de schuld geven van iets wat ze zelf hebben gedaan, wordt duidelijk dat ze beginnen te leren wat wel en niet mag. Als ouder hoef je je geen zorgen te maken over fantasievriendjes. Dit is een creatieve manier van je kind om zich te ontwikkelen.
Voordelen van een fantasievriendje
Een fantasievriendje is heel gezellig voor je kind, er is altijd iemand om mee te spelen. Ook kan je kind zich gesterkt voelen ten opzichte van alles wat hij of zij spannend vindt. Je kind staat er nu niet alleen voor. Het hebben van een niet bestaand vriendje zorgt bovendien voor een voorsprong in de taalontwikkeling. Dat komt omdat je kind hele verhalen bedenkt over en rond de fantasievriend. Als je kind hiermee bezig is, oefent hij of zij spelenderwijs het verzinnen en afmaken van verhalen. Dit is een goede taalvaardigheidstraining die er voor kan zorgen dat je kind straks goed leest.
Hoe ga je om met een fantasievriendje?
Als ouder kun je het beste meegaan in het verhaal. Het is vaak ook niet veel werk om je kind een plezier te doen en bijvoorbeeld ook voor het fantasievriendje een bordje neer te zetten op tafel. Het fantasievriendje leert je kind ook op een veilige manier hoe je met anderen omgaat. Wat doe je als je boos bent en hoe maak je een ruzie weer goed? Soms geven denkbeeldige vriendjes reden voor een gesprek. Als het vriendje bang is in het donker en niet alleen naar bed wil, is de kans groot dat je kind zelf bang is in het donker. Ga het gesprek aan met je kind alsof het om het vriendje gaat. Zo hoort je kind toch wat je wilt zeggen en hoe je het vriendje geruststelt en dit op zichzelf betrekken.
Onderzoek naar fantasievriendjes
Er was een tijd dat er wat bedenkelijk werd gekeken naar een kind dat een fantasievriendje had. Was het misschien eenzaam, voelde het zich door volwassenen onbegrepen? Maar uit onderzoek blijkt dat het hebben van een fantasievriendje geen negatief signaal is en dat het eerder als een positief teken kan worden gezien, zoals een blijk van creatieve intelligentie. Het brengt het fantasiespel op gang en het kind met het onzichtbare vriendje beleeft veel plezier. Ook is het een hulp om moeilijke situaties door te komen, zoals een verhuizing of een ziekenhuisbezoek. Het kind gebruikt zijn of haar fantasievriendje ook om uit te vinden of iets wel of niet mag (vooral voor de jongere kinderen). De meeste zelfbedachte kameraadjes zijn van dezelfde sekse als het kind. Vooral jongens hebben zelden een meisje als fantasievriendinnetje, meisjes hebben weleens een jongensvriendje. Er bestaan nog wel misverstanden, zoals dat een fantasievriendje iets is voor kleine kinderen en in de schoolleeftijd verdwijnt. Voor een deel líjkt dat maar zo: grotere kinderen voelen aan dat anderen het vreemd vinden en zwijgen erover. Soms vinden andere kinderen het een beetje raar als een kind hen verhalen over het fantasievriendje vertelt. Soms vinden ouders dat extra kind gewoon ook lastig: als je bijvoorbeeld haast hebt en je kind erop staat dat die andere ook een gordel om krijgt in de auto. Maar zelfbedachte vriendjes horen bij een normale kinderontwikkeling.