Dat lust ik niet!

Ben je blij dat je kindje vanaf zijn of haar geboorte alles wat je hem of haar voorschotelde eet...

Ben je blij dat je kindje vanaf zijn of haar geboorte alles wat je hem of haar voorschotelde eet, komt daar opeens een kink in de kabel. Met een hartgrondig ‘Dat lust ik niet!’ stuurt je peuter het (onbekende) eten terug naar de keuken. Het is dan duidelijk: ook de maaltijden ontkomen niet aan de koppigheid van je peuterpuberende kind. Hoe ga je hiermee om?

 

Op naar een goede eter
Op de korte termijn is je dwarse peuter zijn of haar zin geven de makkelijkste weg. Helaas betekent dit dat je kind niets nieuws leert eten en vaak ook de gezonde producten op termijn niet meer binnenkrijgt. Standhouden en geduld oefenen, hoe moeilijk soms ook, is de beste remedie om van je kind weer een goede eter te maken. Een goede eter is gezellig aan tafel, eet van alles wat en probeert nieuwe smaken. Het belangrijkste is dat je je peuter niet dwingt te eten. Soms lust je kind het eten wel, maar heeft hij of zij er nu geen trek in. Volgende keer beter. Je moet 12 tot 15 keer proeven voordat je iets gaat waarderen, dus blijven aanbieden is het devies. Maak van proeven een feestje, dooreten hoeft niet meteen. En voorkom dat eten een bron van strijd wordt, geef een compliment als je kind heeft geproefd en blijf dat herhalen. Je kind hoeft niet alles superlekker te vinden, net als jij ontwikkelt je kind persoonlijke smaakvoorkeuren. Bedenk ook dat het heel normaal is dat de perioden waarin je kind veel of weinig eet elkaar afwisselen. Dit hangt samen met de groei op dat moment. Eet je kind een paar dagen heel weinig, dan hoef je je daar geen zorgen over te maken als je kind gezond is. Je kind gaat vanzelf wel eten als hij of zij honger krijgt. Eet je kind slecht aan tafel, geef dan ook geen tussendoortjes.

Eten: weer leuk en lekker
Het Voedingscentrum geeft de volgende tips om eten weer leuk en lekker te maken:
De ijsblokjestruc
Het is prima om dat wat je kind wél lust vaker voor te schotelen, maar blijf daarnaast andere smaken aanbieden. Je kunt wat je kind niet eet in een ijsblokjesbakje invriezen en dit zo in een kleine portie geven naast de maaltijd van de dag. Je kind proeft op een makkelijke en speelse manier weer even die nieuwe smaak. Doorslikken hoeft niet, het gaat erom dat hij of zij het in de mond heeft gehad.

Combineer en verander
Combineren van wat je kind niet lekker vindt met iets dat hij of zij wel lust, maakt het eten ervan makkelijker. Ook kun je het eten op een andere manier klaarmaken. Doe de broccoli eens door de pastasaus en houd de worteltjes eens rauw. Ga het eten niet verbloemen met bijvoorbeeld appelmoes. Het eten leuk aankleden kan eveneens helpen, bijvoorbeeld met een bijzonder lepeltje, een grappig liedje of vrolijk vormpje. 

Hulp in de keuken
Grote kans dat je kind het leuk vindt om te helpen met koken en te kiezen wat jullie gaan koken. Wat je samen gemaakt hebt, gaat er soms makkelijker in. Groente wassen, eieren pellen, dressing roeren, salade mengen… Er is genoeg te doen! Tijdens het koken mag er natuurlijk ook alvast geproefd worden.

Negeer vervelend gedrag
Wil je kind iets niet? Zorg dat het bordje zo staat dat je kind er net bij kan en eet zelf rustig verder. Wie weet gaat je kind ook weer zelf eten. Lukt dat niet, bied dan af en toe een hapje aan en complimenteer je kind als dat hapje naar binnen gaat.

Eetmoment=eetmoment
Een eetmoment begint als je aan tafel gaat en eindigt als je van tafel gaat. Als je kind niks of weinig gegeten heeft dan ruim je toch de tafel af. Geef niet iets extra’s tussendoor, wacht tot het volgende eetmoment. Als het eten de hele dag niet lukt, dan geeft het niet als je kind een keer met trek naar bed gaat. Morgen is er weer een nieuwe eetronde met nieuwe kansen.

Kleine porties
Je kind hoeft niet tegen een berg op te kijken, begin met een kleine portie. Is dat niet voldoende, dan schep je gewoon nog eens op.

Oefenen
‘Vies’ bestaat niet, ‘dat vind ik niet lekker’ klinkt al een stuk leuker. Leg uit dat iets nieuws leren eten soms lastig is en dat je dat net als leren lopen moet oefenen.
 
Blijft je kind een moeilijke eter? Dan kun je een tijdje bijhouden wat en hoeveel je kind at, hoe laat jullie aan tafel gingen, waar jullie zaten, wie zich met je kind bemoeide en hoe de maaltijd verliep. Zo kun je ontdekken wanneer het beter en wanneer het minder goed gaat en een aanpak bedenken. 

spruitjes2 spruitjes2