Slapen en vooral het niet slapen van je baby is een onderwerp dat veel jonge ouders bezighoudt. Je baby in slaap krijgen en houden heeft vaak nogal wat voeten in de aarde. Een pasgeboren baby kent nog geen verschil tussen dag en nacht en slaapt en drinkt de hele dag door. Na ongeveer een maand begint dat te veranderen en slapen de meeste baby’s ’s nachts meer dan overdag. Na circa vier maanden ontstaat meestal een vast ritme.
Wat kun je doen om ervoor te zorgen dat je baby lekker slaapt?
-Maak een fijn plekje met een eigen bedje voor je baby, zodat hij of zij leert dat dit zijn of haar slaapplek is.
-Zorg voor een duidelijk ritme overdag van wakker worden, voeden, spelen en daarna slapen. Na het slapen meteen weer voeden zodat je kindje daar genoeg energie voor heeft, dan spelen en weer slapen. Je zult merken dat je baby hieraan went. Het is natuurlijk prima er een keer van af te wijken of je baby tussentijds bij te voeden wanneer dat nodig is.
-Leg je kindje zodra hij of zij moe wordt, wakker in zijn of haar eigen bedje. Doe dat zowel overdag als in de avond. Moeheid kun je inschatten door de slaapsignalen van je baby te leren herkennen of hem of haar na een of anderhalf uur sowieso wakker op bed te leggen. Als je baby een beetje huilt bij het slapengaan, wacht dan even af. Zo geef je je baby de kans om zelf in slaap te komen. Veel baby’s hebben een ‘inslaaphuiltje’: ze huilen niet aan één stuk door, maar zachtjes voordat ze kunnen slapen. Zo’n inslaaphuiltje duurt een paar minuten tot een kwartier.
-Leer de signalen van vermoeidheid bij je baby herkennen, zoals in de oogjes wrijven, sloom en huilerig worden en gapen. Jonge baby’s die moe zijn, kijken je vaak niet meer direct aan.
-Maak er geen gewoonte van je baby in slaap te wiegen in bijvoorbeeld het autostoeltje of de kinderwagen, want zo went je kindje eraan om alleen maar te slapen als hij of zij heen en weer wordt gewiegd. Natuurlijk kun je je baby wel in je armen wiegen als hij of zij verdrietig of overstuur is.
-Maak onderscheid tussen slaap- en speeltijd. Een mobiel boven de wieg is leuk; je baby kijkt naar de ronddraaiende figuurtjes en kleurtjes en luistert naar het muziekje. Maar een mobiel kan je baby ook wakker houden. Overdag is het speeltijd, ’s nachts is het slaaptijd. Maak de slaapkamer donker en doe eventueel een klein nachtlampje aan.
-Is je baby een paar maanden oud, zorg dan voor een vast bedritueel dat bestaat uit lekker badderen, een boekje lezen en een slaapliedje zingen. Zo bereid je je baby voor op de overgang van de drukke dag naar de nacht. Probeer dit ritueel vast te houden, ook als je er zelf eigenlijk te moe voor bent.
-Roept je baby je nadat je hem of haar in bed hebt gestopt? Dan is de verleiding groot om even te gaan kijken en te blijven tot je kindje slaapt, maar probeer toch zoveel mogelijk het bedritueel aan te houden. Bedtijd is bedtijd.
-Leg je kindje niet te snel in een peuterbed. Het juiste moment voor de stap naar een peuterbed verschilt per kind. Het kan best spannend zijn, zo’n groot bed. Zijn er veel veranderingen aan de gang in het leventje van je baby? Stel het grote bed dan nog even uit.
Vind je het tijd worden dat je kindje in zijn of haar eigen kamer blijft slapen? Praat er dan uitgebreid over met je kind en bereid hem of haar voor op wat er die avond gaat gebeuren. Leg uit dat het niet eng is en dat je kind jou altijd kan roepen omdat je niet ver weg bent.
Slaap lekker!